Waarom houden wij van honden?
Honden… Ze kunnen niet praten, alleen maar hijgen en blaffen. Ze besnuffelen ons en elkaar. Ze haten het om lang alleen te zijn en eisen graag onze aandacht op. Honden lijken niet eens op ons baasjes. En toch zien we hen graag. We beschouwen hen zelfs als een deel van onze familie. We dichten hen vaak een persoonlijkheid en gevoelens toe. Zeg nu zelf, jij wordt er toch ook blij van als je hond uit z’n dak gaat wanneer je terug thuis komt, of wanneer hij komt aandraven met z’n nieuwe speeltje. Misschien knuffelt hij graag met jou of biedt hij troost wanneer jij droevig bent? En waarschijnlijk kwispelt hij oh zo vrolijk met z’n staart wanneer je zijn bakje weer vult met lekker eten of kijk jij al uit naar de dagelijkse wandeling samen met je trouwe vriend…
Honden maken ons gelukkig
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we ons gelukkiger voelen met een hond in ons midden. We willen maar al te graag zorg voor hen dragen, hen bemoederen. Zo krijgen wij het gevoel dat ze ons leven meer zin geven. We worden er gelukkig van.
Met een hond aan je zijde maak je meer en makkelijker sociaal contact. Enkel en alleen al de aanwezigheid van een hond verhoogt het aantal interacties met onbekenden in allerlei situaties, ook als de hond zelf geen enkele toenadering zoekt. Wanneer je samen met je hond gaat wandelen bijvoorbeeld, zal je al gauw merken dat mensen je sneller aanspreken: happy small talk… Je legt zelf ook makkelijker contact met mensen. Je ontmoet andere hondenliefhebbers op de losloopweide of op de hondenschool bijvoorbeeld.
We hebben een sterke band met onze honden
Het voelen van een sterke verbondenheid met je hond is feitelijk hetzelfde als ‘liefde’ voelen voor elkaar. Liefde wordt in ons menselijk brein op 2 manieren geregistreerd: hartstocht en hunkering worden beïnvloed door o.a. dopamine; terwijl hechting en intimiteit beïnvloed worden door het knuffelhormoon oxytocine. Het knuffelhormoon oxytocine heeft een sterk bindende werking. Het beïnvloedt ook weer andere stoffen die kalmerend werken en je een prettig gevoel geven. Het zorgt dus zeker mee voor een gevoel van sterke verbondenheid met onze honden. Wanneer hond en baasje contact hebben met elkaar verdubbelt namelijk de oxytocine-spiegel. Gewoon in elkaars ogen kijken is al voldoende om de band tussen hond en mens (hormonaal) te versterken. In tegenstelling tot andere dieren heeft de hond zich in de loop van de evolutie aangepast aan dit menselijk oogcontact. Normaal gezien zouden dieren dit als zeer intimiderend ervaren en kan het agressie uitlokken. Honden hebben echter geleerd dat oogcontact met mensen de band met hen kan versterken. Deze soort-overschrijdende oxytocine-lus tussen mens en hond, maakt een gemeenschappelijke vorm van communicatie en hechting mogelijk. Mens en hond zijn elkaar gaan zien als sociale partners. Dat heeft bij beide partijen hun brein beïnvloed.
Honden blinken uit in het lezen van ons gedrag
Honden zijn niet per se slimmer dan andere intelligente zoogdieren. Ze zijn wel veel sterker in het lezen van ons gedrag. Ze begrijpen heel goed wat wij van hen verwachten en zullen er zich ook naar gedragen – meestal toch. Gaan ze in de fout, dan kijken ze je ‘schuldig’ aan. Niet omdat ze weten wat ‘schuldig zijn’ betekent; maar wel omdat ze weten dat een onderdanige houding hen helpt om een straf te ontlopen.
Honden zijn in staat om boze of blije gezichtsuitdrukkingen te lezen. Dat op zich is al vrij indrukwekkend, maar wist je dat ze dit zelfs kunnen door enkel de bovenste helft van je gelaat (je ogen) of de onderste helft (je mond) te zien? Ze leiden je emotie af uit de stand van je ogen, je wenkbrauwen, je ‘mondhoeken,… Ze hebben als het ware een ‘mentale kaart’ van het menselijk gelaat met bijhorende mimiek in hun brein opgeslagen.
Verder lijken honden ook te beseffen hoe mensen de wereld waarnemen. Honden volgen namelijk de blik van hun baasje: ze kijken waar de baas naar kijkt zodat ze kunnen anticiperen op wat hun baas van plan is. Honden begrijpen niet alleen dat iemands blikrichting nuttige informatie geeft over wat hij ziet. Ze begrijpen ook een andere typische menselijke uiting, namelijk het wijzen met de vinger. In tegenstelling tot kleine kinderen en andere dieren, want die kijken uitsluitend naar de vinger zelf in plaats van waar deze naar gericht is. Dit begrijpen van het wijzen van de vinger naar iets anders, verderop noemen we het begin van symboolbewustzijn – het besef dat iets kan verwijzen naar iets anders dat niet aanwezig is. Maar eerlijk: dat besef hebben onze honden niet. Ze hebben wel geleerd dat wanneer wij naar dingen wijzen, dat die de moeite waard zijn; zoals een prooi of een beloning bijvoorbeeld.
Houden honden ook van hun baasje?
Voelt je hond zich blij, is hij verdrietig, kwaad of misschien jaloers? Waarschijnlijk herken je deze emoties wel bij je hond. Nochtans bestaan er geen wetenschappelijke argumenten die dit kunnen staven, maar evenmin bestaan er argumenten om dit te ontkrachten. Wat wel wetenschappelijk werd vastgesteld is dat honden geluk en angst op eenzelfde manier beleven als wij mensen. Maar hoe ze zogenaamd ‘hogere emoties’ – zoals schuld of empathie – beleven, daar weten we nog altijd te weinig over.
Wil je graag weten hoe hoog het empathisch, sociaal vermogen van jouw hond is? Of hoe intelligent en sluw hij is? Dan kan je daar een test voor doen onder de vorm van een reeks spelletjes op het webplatform Dognition. Eén van de spelletjes is de ‘geeuw-test’. Zoals je wel weet werkt geeuwen aanstekelijk onder mensen: wanneer jij geeuwt, gaat de ander ook geeuwen. Net zoals bij lachen trouwens; dat heeft hetzelfde effect. Mensen kunnen zich namelijk vrij makkelijk inleven in de gevoelens van een ander; we voelen empathie. De geeuw-test met je hond als 'partner in crime' gaat als volgt: je gaat naast je hond zitten en je geeuwt. Tel hoe vaak je hond ook geeuwt. Sommige honden zullen makkelijk mee geeuwen, terwijl andere honden dat helemaal niet gaan doen. De resultaten zijn per ras en per hond heel erg verschillend, maar het zegt wel iets over zijn inlevingsvermogen.
Nog een emotie die we allemaal in onze honden menen te herkennen is ‘troost bieden’. Ook hierover is de wetenschap toch niet helemaal overtuigd. Troost bieden zou voor honden te hoog gegrepen zijn. We zouden eerder moeten denken aan het kopiëren van onze eigen gevoelens. Stel: je voelt je triest en je hond komt tegen je aanliggen. Wij voelen dit aan als troost bieden, maar in feite neemt hij gewoon het droevige gevoel van zijn baasje over. Je hond zal vervolgens zelf om troost vragen in plaats van jou deze te bieden. Hij legt zijn hoofd op jouw schoot. Jij biedt hem troost. Vervolgens staat je hond op, gaat z’n favoriete speeltje zoeken, komt ermee naar je toe en begint te kwispelen. Hij nodig je uit voor een spel. Jij vindt dat fijn, grappig en lacht. Je voelt je weer gelukkig…. Herkenbaar, toch?
Misschien hou jij meer van honden dan van mensen?
Tja… wanneer je toevlucht zoekt tot honden omdat je niet goed met mensen overweg kan, dan zal dit toch net het tegengestelde effect hebben. Zoals hierboven reeds geschreven blijken hondenbaasjes juist meer contact met anderen te maken. Honden vormen een bron van sociale steun en - in tegenstelling tot wat we vaak denken- worden (soms ongewild) de relaties met andere mensen meer aangehaald of zelfs versterkt.
Onvoorwaardelijke liefde
Maar een ding is zeker: je hoeft je niet echt uit te sloven voor de liefde van je hond. Alleen al er gewoon zijn is voor hem genoeg. Je hoeft niet bang te zijn dat je niet in de smaak valt, of dat hij je opeens niet meer leuk vindt. Je hoeft niet op je lijn te letten, je moet geen knappe prestaties leveren of carrière maken op je werk. Honden oordelen niet; ze nemen jou zoals je bent. Dat maakt de ‘liefde’ tussen mens en hond helemaal vrij en onvoorwaardelijk echt…